Inhoud blog | ||||||||||
| ||||||||||
Foto's | ||||||
| ||||||
Zoeken in blog |
|
22-02-2007 |
IN EN ROND ANTIGUA: DE OUDE (HOOFD)STAD |
De hoofdstad van Guatemala Guatemala City is echt een deprimerende bedoening. We zijn dan ook zo senil mogelijk naar aangenamere oorden getrokken: Antigua. Dit was de oude hoofdstad van Guatemala in de 18de eeuw en de stad is nog zeer authentiek met oude koloniale gebouwen en straten gemaakt van kasseistenen. Neem de auto weg uit het straatbeeld en je zou zweren dat de films van Zorro hier zijn ingeblikt. Ook de omgeving is op zijn minst indrukwekkend te noemen: vulkanen omringen zowel de stad als het nabijgelegen Meer van Atitlan waar we eerst naartoe zijn geweest. Antigua verder verkennen zou later gebeuren. Het meer ligt op een uur of twee van Antigua en wordt omringd door kleine dorpjes op de oever. We hebben er zelf maar twee bezocht: Panajachel en San de Pedro de Atitlan. Panajachel is de grootste nederzetting aan het meer. Net voor je het dorp binnenrijdt kom je voorbij een Mirador of uitkijkplaats vanwaar je de hele omgeving kan bekijken. Het meer met de 3 vulkanen errond zou een mooi postkaartje zijn. De plaatselijke bevolking en de ingeweken gringos zijn een toonbeeld van rust en volledig vrij van stress. Het merendeel van de vrouwen gaat hier traditioneel gekleed en souvenirs en artesanias (allerlei handwerk) vormen de voornaamste koopwaar op de marktjes. Een beetje zoals Otavalo in Ecuador eigenlijk, maar met een sterkere hippie-invloed vanwege een hippie invasie in de jaren 60-70. Toen er in de jaren 80 onlusten uitbraken in het land is de meerderheid van deze ondertussen overjaarse hippies het land uitgevlucht. Eind jaren90 keerde de rust weer terug en niet lang daarna ook een tweede generatie hippies. Deze keer is San Pedro het mikpunt van de invasie. Het zit er dan ook vol door gringos gerunde hostals, hotels, touroperators en restaurants. Maar het heeft ondanks dit alles veel meer sfeer dan Panajachel. Voor we echter naar San Pedro zijn gevaren hebben we nog een bezoek gebracht aan een vlakbij Panajachel gelegen natuurpark. Het was een beetje verloren moeite eigenlijk want een stukje grond met in semi-gevangenschap gehouden apen en een vlinderboerderij zonder vlinders vonden we achteraf gezien niet echt de naam Natuurpark waard. Het enige interessante was de arend die in de vlinderboerderij dienst deed als ratten- en spinnenvanger. Het beestje was zo tam dat we er op een meter vandaan konden staan poseren voor de foto. Aan de andere kant getuigt het van weinig diervriendelijkheid om een arend op te sluiten in een vlinderboerderij ter grootte van een volleybalveld. Na dit natuurpark zijn e in en watertai gesprongen en nar San Pedro gevaren. Heel veel reizigers die hier passeren blijven er uiteindelijk veel langer hangen dan ze oorspronkelijk van plan waren en we begrijpen dat maar al te goed. Zo was er en Nederlander die in ons hostal werkte die ons vertelde dat hij is Cancun, Mexico was vertrokken voor en wereldreis van 1 jaar, was afgezakt tot in Guatemala, dan onmiddellijk naar het meer was gekomen en dat was ondertussen al 4 jaar geleden.Verder was hij niet geraakt. De maya invloeden (in Zuid Amerika waren het de Incas, hier zijn het de Mayas die vroeger de scepter zwaiden) zijn ook nog duidelijk aanwezig. Onder andere in de taal. In Guatemala bestan nog 22 verschillende Maya talen. Rond het Atitlan meer spreken ze Tzutuhil. Ondertussen lijkt dit al wat met het Spaans vermengt te zijn want hier en daar verstaan we een woord. Na en dag of twee genieten van de sfeer hier besloten we weer terug af te zakken naar Antigua waar we een nog actieve vulkaan De Pacaya - willen gaan beklimmen. We kozen ervoor om dit bij het vallen van de avond te doen zodat we niet alleen de gloed van de lava maar ook de zonsondergang konden meepikken. We hadden wel vragen bij de veiligheid van zo een trip want blijkbaar was er nog maar een dikke week geleden een kleine uitbarsting geweest die de wandelpaden over de gestolde lava met verse, lekker warme nieuwe lava had bedolven. Toen we de gids vroegen of het veilig was antwoordde die doodleuk dat Guatemalteken gewoon zot zijn .... En dat is niet ver van de waarheid want zon 40 centimeter onder de gestolde lava waar we over liepen zagen we de rode gloed van de lava die nog ettelijke 100den graden heet was. Verstand op nul, en gewoon doorgaan was de boodschap. En je voeten zetten waar je voorganger al had bewezen dat je er niet doorzakte. Met de hete adem van de vulkaan in onze nek en onder onze schoenen moesten we ons uiteindelijk ook nog een weg zien terug te banen naar beneden .... in het donker. Met enkel een kleine zaklamp waren de scherpe lavarotsen een behoorlijke hindernis, maar de gloed van de lavastromen in de schemering gecombineerd met de prachtige zonsondergang die zich aftekende tegen een decor van nog twee andere vulkanen maakten het echt de moeite waard. |
09-02-2007 |
DJ TIESTO: BOENKE BOENKE IN ECUADOR |
Om ten volle van een nachtje shaken te kunnen genieten (en het ook te overleven tot in de vroege uurtjes) waren we donderdagavond al terug naar Quito gereden. Het plan was van vrijdagochtend lekker lang uit te slapen, 's avonds een taxi te nemen naar de Cemexpo (de expo-hal vlakbij Mitad el Mundo waar Tiesto zou optreden) en dan zo lang onze benen en onze conditie het zouden uithouden te blijven doorshaken. Volgens de mensen van het Internetcafe waar we onze tickets hadden gekocht zou het feestje namelijk tot 06.00/07.00 uur duren. Rond 22.00 uur kwamen we bij de zaal aan. Nog wel even geschrokken van de chauffeur achter ons die blijkbaar tegen 120 kilometer per uur in slaap was gevallen en slechts door het net op tijd verbranden van een aanzienlijke hoeveelheid rubber tot stilstand is kunnen komen zonder ons een whiplash te bezorgen. Het scheelde echt niet veel of ons nachtje boenke boenke had een heel andere betekenis gekregen. Na twee keer fouilleren (er was een enorme politiemacht op de been gebracht) mochten we binnen. Spijtig genoeg niet meer terug buiten ... Tegenvaller want er waren buiten lekkere hotdogs en dergeljke te scoren. Binnen stond nog meer politie en allemaal in uniform. Het voorprogramma (de deuren van de zaal waren al sinds 19.00 open) was echt slecht. De eerste DJs konden langs geen kanten mixen en de tweede had gewoon de verkeerde muziek mee om in het voorprogramma van Tiesto te zitten. Daarbij kwam ook nog dat de politie te pas en te onpas besloot de al zeer beperkte biervoorraad (Heineken dan nog, kan je dat wel in eer en geweten bier noemen?) ontoegankelijk te maken. Het leek ons echt dat de politie door hun massale aanwezigheid en bemoeienis met de gang van zaken liet zien dat ze schrik hebben van dit soort evenementen. Ze zien een 2000 personen uit hun dak gaan op muziek die voor hen totaal onbekend is en ze hebben er gewoon geen idee van hoe ze daarmee moeten omgaan. Mensen die dronken zijn kunnen ze gewoon oppakken maar mensen die dronken zijn van muziek niet. Bang voor het onbekende denken we. In elk geval om 01.00 uur was het dan eindelijk aan Tiesto om de zaal echt op te zwepen. Een oorverdovend applaus om hem te verwelkomen en daarna was het 1 groot feest. Wat een verscil in kwaliteit met de sukkelaars uit het voorprogramma. Traffic, Lord of Trance en nog een paar andere van zijn hits brachten de sfeer er helemal in. Iedereen was zich reuze aan het amuseren en na twee uur kregen we weer een staaltje van verstandig politiewerk te zien. Tiesto moest stoppen terwijl ie nog steeds met zijn climax bezig was, de aangekondigde afterparty werd ineens mee afgelast en iedereen kon tegelijk de straat op. En de straat dat is de snelweg dus daar aan de Cemexpo ... Dat daar dus een enorme verkeerschaos van komt had zelfs Prins Philip kunnen bedenken. ook voor ons had het feestje nog heel wat langer mogen duren maar aangezien we geen keuze hadden hebben we ons maar een taxi gezocht en zijn terug naar het hostal gereden. Zeer tevreden over het optreden van Tiesto zelf en plannen makend om hem nog eens te gaan zien in Belgie of Nederland als de kans zich voordoet. |
08-02-2007 |
ER IS ER EEN JARIG ...! |
Solleke, Ne Gelukkige Verjaardag vanuit het mooie Mindo in Ecuador !! Natacha & Frank |
06-02-2007 |
MINDO - EEN KLEIN PARADIJS OP AARDE |
Met een splinternieuw fototoestel in de hand en vastberaden deze beter te bewaken, vertrokken we naar Mindo met de laatste bus van de dag. Een busrit die normaal 2 u zou duren, bleek uiteindelijk 4,5 te duren. We ontdekten pas in de bus zelf dat er 2 soorten bussen zijn, een die er 2 u overdoet en een die er veel langer over doet... Het was al pikdonker toen we in Mindo aankwamen. We hadden geen hostal geboekt, maar gelukkig kwamen we Irman op de bus tegen. Zelf was hij gids en zijn broer had een goedkoop hostal aan de rand van het dorp waar hij ons naartoe wilde begeleiden. We besloten met hem mee te gaan en liepen een paar straten verder (Mindo is ook maar een paar straten groot) en kwamen zo bij hostal Rubby terecht, een gewoon gezinshuis dat ook als hostal dienst doet. Norma, de vrouw des huizes gaf ons een warm onthaal: eerst werd het gezin kort voorgesteld: Norma en haar man Marcello zijn de eigenaars van het hostal en trotse ouders van Rubby en kleine Isaac. Daarna legde ze ons in detail uit wat er allemaal te doen was in Mindo en maakte een lekkere forel voor ons klaar. |
03-02-2007 |
OTAVALO |
Met een beetje gemengde gevoelens terugkijkend op het Galapagosavontuur, maar blij met de 400 dollar die we nog hebben teruggekregen, maakten we ons klaar om de streek ten Noorden van Quito te verkennen. Otavalo was het eerst aan de beurt. Deze stad staat bekend om z'n grote zaterdagmarkt. Zowat de hele stad wordt dan omgetoverd tot 1 grote opluchthandelsplaats met een aparte markt voor dieren, voedsel en nog een derde voor allerlei souvenirs. |
01-02-2007 |
BLOG WEER HELEMAAL UP TO DATE |
Oef. Het was nogal wat schrijven de laatste dagen maar we zijn weer helemaal bijgewerkt nu. Morgen vertrekken we waarschijnlijk naar Otavalo, een beetje boven Quito. Maar voor de rest is het vandaag rust. Nu ja, eerst nog e-mails beantwooden. Tot later en veel plezier met de reisverhalen van Copacabana tot en met Galapagos. Frank & Natacha |
31-01-2007 |
TERUG VAN WEGGEWEEST ... |
Allee, Galapagos zit er ook alweer op en wij zijn weer terug van de Blogpartij. Alles nog zeer goed met ons trouwens Mails worden een dezer ook weer bijgewerkt. Tot binnenkort dus! Frank en Natacha |
23-01-2007 |
GALAPAGOS ISLANDS: ABOUT VERY OLD TURTLES, VERY OLD IGUANAS AND AN OLD BOAT... |
We were so looking forward to this trip as we imagined the Galapagos Islands to be an idyllic place full of extremely rare animals, nice beaches and beautiful, warm weather. For the most part our imagination did not deceive us.
The day we arrived in Quito (18/01/2007) we immediately went to see them to get our hands on the flight tickets to the Island of Baltra which they arranged for us. They offered us a seat and something to drink and then they said our boat, the Flamingo was in dry dock for repairs and maintenance and would not be able to set sail on the 23rd, but they were looking for a replacement boat of the same quality and if we could come back tomorrow for the details. We did as requested and the next day indeed we were shown pictures of the replacement boat, the Cormorant. On the pictures the boat looked pretty much the same as the Flamingo and when Happy Gringo also offered two free nights in a hotel around the corner, we were OK with this solution. Even happy about the two free nights. Still in this good mood we landed at Baltra airport on the 23rd where our guide was supposed to pick us up and take us to Puerto Ayora where the Cormorant lay at anchor. No one was waiting for us though. About 30 minutes later a guy showed up and told us we had to wait a bit longer as two more passengers for the Flamingo were supposed to arrive on the next flight. In the meantime we met 3 German ladies who would also be joining us on the Cormorant: Isabel, Melanie and Nadine whom we had already met during our horse riding trip in Baños. When no other passengers showed up on the next flight the guy who we later learned was called Lenin Cruz and was actually the owner of the Cormorant finally decided to put us on a bus. We had already lost almost 2 hours by now and were getting anxious to get going. After the bus we had to take a ferry to the adjacent island of Santa Cruz and then another bus to Puerto Ayora. For both the ferry and the last bus we were asked to pay, which we did not as all transport was included in the price of the tour. By this time Lenin had disappeared without a word but apparently his daughter was on the ferry and bus and she would take care of everything from then on. As a welcome this was not really up to standards, but we had learned to live with these small things over the past months. We arrived in Puerto Ayora an hour later and there it became clear that the daughter did not have any money to pay the bus, so we waited some more until the elusive Lenin arrived on his Harley. When she paid the bus the daughter guided us to the pier where we were to take a taxi boat to the Cormorant. The temperature on Galapagos was around 30 degrees Celsius and it was really humid so carrying those backpacks in our Quito clothes was an ordeal. Right next to the pier we also saw the Flamingo, our original boat in dry dock. So when we arrived on the Cormorant we had a pretty good idea of how similar they were: The flamingo was at least 1/3rd bigger, had a bar, a large sun deck and overall looked like it was a more robust and trustworthy ship. The Cormorant was tiny, old, looked like it had not been taken out or maintained for a while and the crew was still working on getting everything in order to head out. But we soon forgot about all this too. After all we were here to enjoy the Galapagos wildlife and nature, not the luxuries of a cruise yacht. And we also met the rest of the passengers (there were 10 in total) and felt good about our companions for the next 8 days. There was Claus and his daughter Liva, Jorgen and his son Beltran, all of them from Denmark. The three German ladies we had already met and probably the funniest American we have met so far: 67 year old Bob. (mentally no older than 26 though). One of his remarks was that he refused to tag along with a cruise full of old farts talking about their careers. After the meet and greet and some laughs over the chaos that apparently had affected everyone on board we headed back to shore to be guided around the Island. A volunteer guide had been found (we still did not see our own guide ...) to give us the grand tour visiting among some other things a Galapagos Turtle breeding farm. Here we stood eye to eye with old giant land dwelling turtles that were patiently eating the grass and fruits lying around completely impervious to the hordes of tourists passing by and taking pictures. When you have been seeing these tourists pass by for over 100 years we guess you get used to them ... Amazingly some of these animals were around when even our great grand parents had not yet been born. The reason why they are in danger of becoming extinct and therefore need to be bred is that for centuries they have been used as food by pirates. The smaller ones were taken on board as one of the first kinds of take-away food and only the oldest, biggest (and heaviest) were left on the islands. As the older ones no longer procreate, there were only a few of these creatures left when conservationists started to notice the Galapagos Islands.
The fact that we still did not have a guide at 23.00 pm, nor a captain for that matter, was becoming more of a concern to us all. But around midnight both boarded the ship. According to our contract we were entitled to a level 2 guide and of course the one they found for us was only a level 1 who hardly spoke English. We really started to feel that our boat and crew consisted of the leftovers that were still available. But hey, maybe it would all turned out OK. A few minutes later the guide explained our itinerary to us, we head off out of the port. The next morning we soon found out that all would not be OK on this tour and that chaos and uncertainty would be our only certainties for the following days. We were informed that due to mechanical problems that the crew could not fix we were running 2 hours late in reaching our first destination Rabia Island. We started to become even more suspicious of the crew, the captain, the guide and the boat as no clear information was given regarding the repairs and what would happen next. After insisting several times we were told the owner of the boat, Lenin Cruz, would come to meet us, bringing a mechanic and spare parts, and to settle an arrangement for the loss in time and the missed visit to Puerto Egas. This was supposed to be our second stop but due to the delays we would not be able to make. Another contractual element that was not delivered as agreed: The itinerary. Of course the owner never showed up. (On two more occasions he would promise to talk to us and not show up.) Instead he sent his 15 year old nephew (who first introduced himself as hi son, then as his brother only to admit at the end that he was just a nephew). At this point we were all really in favor of just ending the tour, getting our money back and look for another tour operator and ship in the harbor. But of course the nephew could not promise us we would get a refund; he was not authorized to make any kind of deals. So we ended up getting really angry with him, the guide and the crew, and decided to write down all the defects of the boat (mainly the security issues such as lack of fire extinguishers, no decent life boat, no first aid kit, exhaust fumes being blown in the cabins and dining area etc ...), a suggestion on how to compensate for the loss of time and other problems and ask the nephew to take that to his uncle. We would also file a complaint and seek advice of harbor officials at the first opportunity. But as we had no other choice but to continue the trip as soon as the boat was fixed, we decided to enjoy it as much as possible despite all the problems and went to shore on Rabia Island for some snorkeling. And boy, that was an amazing experience. As soon as we dove in we were blown away by the abundance and diversity of life in the Galapagos waters: sea stars, sea snakes, sea urchins and thousands of fish in all shapes, sizes and colors; big schools of fish all swimming and changing directions simultaneously as if they were 1 entity. And most thrilling was swimming with, between and amongst hunting seals, sea lions, penguins, marine turtles and, yes, even sharks. Most of these sharks are harmless though. White tipped, black tipped and Galapagos sharks are not interested in human flesh. And where other types of sharks live, you are not allowed to snorkel or swim. During the rest of our trip we saw magnificent white beaches and bays with sub aquatic volcanic craters; the ocean water in all shades of blue; an incredible amount of birds, big and small: the blue footed boobies which we saw perform their mating dance, in turn lifting their left and right foot to impress the females; the magnificent flying machine called the frigate bird achieves the same by inflating a huge red sack around its throat; the masked booby males did not have anyone left to impress as they already had chicks in their nests (so fluffy and cute as if they straight out of the stuffed animal department of a toy store); and all throughout our journey we were accompanied by the best divers around: pelicans who dive into the water from great heights to surprise and catch their breakfast, lunch and dinner. Between these big monsters it is hard to notice the smaller ones but the mocking bird makes so much noise that it cannot be overlooked. Even more interesting were the different types of magnificently colored marine and land iguanas. As the big land turtles, some of these animals can live to become a 100 years old. It's like you travel back in time and see a mini copy of the dinosaurs that used to roam the planet, complete with teeth, claws and spikes on their heads and tales. Due to lack of territory though (too many islands inhabited by man or polluted with non-indigenous species such as rats, goats, cats, dogs ...), some of the male black marine iguanas mate with the female land iguanas resulting in a hybrid species which is completely sterile. Our guide called these hybrids zebra iguanas and because they cannot procreate this is one more reason why some of the species are in danger of becoming extinct. At black Turtle Cove we saw big marine turtles (green and black) swimming next to our boat with not a care in the world but to find their next meal and their next mating partner. We already knew turtles take their time to do things in life, but when we saw a couple mating in open sea we were quite impressed to learn that this intimate moment can take up to four or five hours! Maybe that is why they live so long? Around this time (it was Friday the 26th if we remember correctly) we were also rather brusquely confronted with the fact that our guide was basically a complete and utter a**hole. At one of the stops we made we had the opportunity to go to the harbor officials to seek help and advice concerning the condition of the boat. When the guide found out we did, he first became angry at us (we damaged his macho ego because we did not ask him for assistance) and later in the evening drank himself half to death ending up standing on deck singing loudly halfway through the night, using abusive and insulting lyrics such as: Stupid gringos came from Europe, All Belgians and Danish are a**holes, Beat the gringos on their heads, ... simultaneously relieving himself into the ocean right next to the sleeping cabins windows. The two children on board were so afraid they cried and their fathers had to sleep next to them. At the end of our tour, when we arrived back in Puerto Ayora where we started, we immediately went to the Cámara de Turismo (the state tourism agency) to complain about the guide and his behavior, the conditions of the boat, but most of all about the fact that marine and national park laws were not respected during the trip: we saw the crew spoiling oil and plastic into the water, the human waste from the toilets was dumped into the ocean regularly (at some point some of the passengers were snorkeling between floating turds and toilet paper) and because Mr Lenin The Elusive Cruz did not provide enough food the crew even had to fish along the way for the cook to be able to put food on the table. No fishing license of course ... Looking back now, our overall feeling about the tour is a good one. We had a good time despite all the discussions and problems, we saw some amazing things along the way and we got to know a bunch of very nice people really well because under circ*mstances like these you stick together more than when everything goes smoothly. The refund helps as well of course to bring down the price to a level where you would expect all sorts of problems. And most of all we all remember how much fun it was and how impressive to snorkel in the ocean around Galapagos: swimming amongst fast penguins, sharks, colorful fish, water snakes, seals, marine turtles, rays, sea stars,... a magnificent adventure! |
22-01-2007 |
EVEN EEN KORTE PAUZE ... |
We willen langs deze weg even laten weten dat het goed gaat met ons. We hebben het iets rustigeraan gedaan de laatste tijd en zullen na onze Galapagos tour(23-30 januari)snel weer updates geven. Tot dan! |
19-01-2007 |
ECUADOR: BEKENDE GEZICHTEN |
Zoals gezegd zijn we op 18 januari naar Quito gevlogen. We hadden met An en Ivo afgesproken in Baños. An had daar al een leuk hostal gevonden en waarschijnlijk dankzij een lieve glimlach van de absoluut vriendelijkste hostaleigenaar tot nu toe een korting gekregen zodat we nog maar 12 dollar betaalden voor een zeer mooie en nette kamer met prive badkamer en een geweldige gemeenschappelijke keuken om zelf ons ontbijt te maken. |
08-01-2007 |
CUZCO - INCAPAD - MACCHU PICCHU |
Gedaan met rusten nu. Isla del Sol was slechts voorbereiding voor de volgende grote trektocht. Het Incapad. De kilos waren er in Copacabana terug bijgekomen, de komende dagen zouden ze er weer zienderogen afvliegen. Vanuit Copacabana (Bolivia) was het in totaal zo'n 10 uur reizen, inclusief wat wachttijd in Puno, de grootste stad an de Peruviaanse kant van het Titicacameer. Het passeren van de grens verliep zonder problemen en deze keer zelfs zonder tijdverlies. En in Cuzco stonden de mensen van het hostal waar we gereserveerd hadden al aan de busterminal te wachten. Ideaal. Maar uiteindelijk vonden we het hostal toch te duur en zijn na 2 nachten een straat verder in een ander en goedkoper etablissem*nt onderdak gaan zoeken. We hadden 2 dagen in Cuzco voor we zouden vertrekken op onze tocht. En het enige wat we echt nog moesten doen was naar onze tour operator gaan om de laatste details te regelen. PeruTreks (www.perutreks.com)bleek een zeer degelijke tour operator. Misschien wel duurder dan de andere, maar ze staan gekend als een organisatie die haar dragers fatsoenljk betaald en behandeld. De goedkopere ondernemingen laten die arme mensen vaak aan hun lot over tijdens de 4 dagen op het Incapad, in ruil voor een paar miezerige dollars. En dat vonden we het prijskartje wel waard. Bovendien hadden we gehoord dat het eten onderweg bij PeruTreks eerste klas is. Al had ikzelf , Frank, daar mijn twijfels bij, mijn vorige Incapad ervaring indachtig. Op 10 januari stonden onze gidsen zoals afgesproken rond een uur of 05.30 voor de deur van het hostal. Met de bus gingen we nog even onze medewandelaars en dragers oppikken en daarna gingen we op weg naar Ollantaytambo, het laatste dopje voor de legendarische kilometer 82 waar de 4-daagse wandeling begint. In dit dorpje namen we nog snel een ontbijt, we kochten nog een wandelstok die bij regen zeer handig van pas zou komen op de gladde stenen en daarna gingen we weer de bus op voor de laatste kilometers. Die bleken al snel een probleem te vormen. Er was namelijk zeer veel verkeer op de smalle zandweg vlak naast de kolkende rivier zodat we zeer vaak in colonne achteruit moesten rijden om plaats te maken voor tegenliggers die ons de weg versperden. Maar moeilijk gaat ook en de chauffeurs wisten hun voertuigen feilloos naast elkaar door te manoeuvreren tot aan Kilometer 82. Daar werden de rugzakken uitgeladen en met vuilzakken afgedekt tegen de regen die spijtig genoeg regelmatig uit de hemel viel (tja, regenseizoen ...) en ook de dragers maakten daar hun pakketten klaar. Vaak tot 25 kilogram zwaar. In vergelijking met een aantal jaren voordien was dit echter een vooruitgang. Toen konden de lasten van de dragers zelfs tot 40 kilogram zwaar zijn. Nu werd er gecontroleerd om te zien dat geen enkele drager de limiet van 25 kilogram overschreed. Eigenlijk zijn de dragers de echte helden van het Incapad. 4 keer zo zwaar beladen als wij doen zij elk traject zo snel dat ze nog tijd hebben om het kamp op te bouwen en eten te maken voor wij toeristen arriveren. Nadat wij alweer vertrokken zijn breken ze het kamp af en halen ons weer in om bij de volgende stopplaats weer hetzelfde te doen. Ongelooflijk. Onze groep bestond uit 14 wandelaars, 20 dragers waaronder ook een kok, een gids en een hulpgids. Veel volk dus. De 14 wandelaars bleken spijtig genoeg al snel in 2 groepen uiteen te vallen. Er waren 9 mensen bij die al een paar weken samen aan het rondreizen waren, een stuk jonger waren dan de overige 5, en duidelijk geen zin hadden om zich open te stellen voor andere mensen. Ze bleken het ook nodig te vinden om van elk traject een soort snelwandelwedstrijd te maken. Zeer dom natuurlijk want dan zie je niks onderweg. Ach, de jeugd van tegenwoordig ... Zelfs in de Peruviaanse jungle zijn ze nog gehaast. Maar het zou hen nog zuur opbreken later ... De groep van 9 waren voornamelijk Australiers. Er was 1 Engelsman bij. De andere groep was gelukkig een zeer toffe bende. Een 31 jarige Amerikaan - Lloyd - die in de USA werkt aan het tot stand brengen van een Amerikaanse versie van de Recupel taks; een Noor - Oskir - die samen met die Amerikaan inZweden aan een project had gewerkt en een Pool - Arthur, volledig kaalgeschoren omdat de Peruviaanse kapper niet helemaal had begrepen wat hij precies met zijn haar wou doen. We bleven met ons vijven meestal minutenlang achterop wandelen en zo leerden we elkaar elke dag iets beter kennen. Arthur had een jaar gewerkt als garagist/automekanieker in Polen, maar had ingezien dat daar niet veel geld mee te verdienen was en zou na zijn vakantie in Engeland International Business gaan studeren. Oskir bleek getrouwd te zijn met een Chileense en ook een dochter te hebben. Lloyd die was nog op zoek naar de ware liefde en was ook de meest ingetogen van ons 5. Zeer stil, maar aangenaam gezelschap in de tot stilte aanmanende omgeving van het Incapad. Dag 1 van het Incapad was de minst vermoeiende. Weinig bergop en bergaf, en de stukken die er wel waren waren meestal zeer zacht glooiend en niet steil. 12 kilometer hadden we voor de boeg en er stond 1 interessante inca ruine op het programma: Llactapata. De eerste verrassing van de dag kwam met de lunch stop. Het eten was gewoonweg ZALIG! Forel op het Incapad. 7 jaar eerder had ik 4 dagen droge koekskes en stoverij-achtige toestanden voorgeschoteld gekregen. Hier kregen we gewoon 2 keer per dag een 3 gangenmenu. Dan was het gerucht over lekker eten bij PeruTreks dus toch waar. En dag na dag zouden we zo culinair blijven verwend worden. 's Avonds kwamen we aan op onze kampeerplaats en iedereen had nog genoeg energie over om een paar ter plaatste gekochte cervezas achterover te kappen. Dag 2 is altijd en voor iedereen die het Incapad doet de zwaarste. Een hoogteverchil van meer dan 1000 meter moet worden overbrugd in een wandeling van 12 kilometer. De eerste 9 kilometer zijn steil omhoog. Per kilometer meer dan 100 meter stijgen. En dat met een rugzak op je rug en op meer dan 3500 meter hoogte. Heel iets anders dan het wandelingetje van de dag voordien. Oskir had last van hoogteziekte en vorderde dan ook maar zeer langzaam. De hoogte werkte ook nog eens in op zijn darmen en dat putte de arme jongen helemaal uit natuurlijk. Maar Noren zijn een blijkbaar een koppig en volhardend volk want ook hij kwam tegen een uur of 15.00 aan bij onze volgende kampeerplaats. Natacha en ik waren ook met de nodige moeite naar boven gestrompeld. Vooral de laatste paar 100 meter stijgen zijn er absoluut teveel aan. Je ziet de bergpas al van ver en denkt er zo te zijn, maar het wordt steiler en steiler daarboven tot je aan een tempo bent van 5 trappen en rusten, 5 trappen en rusten ... En dan volgen nog eens 3 kilometer trappen bergaf. Makkelijker dan bergop, maar je knieen weten na een kilometer al niet meer wat ze meemaken. Maar iedereen was dus ruim op tijd en zeer tevreden doch vermoeid bij het tweede kamp aangekomen. We hebben Oskir 's avonds nog 1 van Janssen Pharmaceutica's wondermiddelen voorgeschoteld - Immodium - en 's anderendaags stond er alweer een brede glimlach op zijn gezicht. Hij kon er maar niet aan uit dat zo'n kleine pil zo snel effect kon hebben. De volgende Inca ruines waren voor dag 3. Eerst kwamen we langs een Inca controlepost, daarna langs een inca fort. Vooral deze laatste ruines herinnerde ik me nog omdat ik toen al dacht dat een goei electro fuif daar echt wel voor ambiance zou zorgen ;-))) Op een rots gebouwd, onneembaar, en uitkijkend over de eerste stukken regenwoud tegen de helling van de Andes ... Vandaag moesten er 17 kilometer afgehandeld worden, continu stijgen en dalen de eerste 10, dus zeker geen gemakkelijke dag maar toch veel beter dan gisteren. En bovendien bleken de weergoden ons goedgezind. OK, er hingen continu wolken en de uitzichten waren dus beperkt, maar groepen die de week voordien waren vertrokken hadden 4 dagen continu regen gehad. En bij ons bleef het beperkt tot de occasionele en zachte bui en wat motregen. Overwegend droog zelfs. Vlak voor we bij de laatste kampeerplaats aankwamen passeerden we nog een indrukwekkende ruine. Een plaats waar de incas experimenteerden op het gebied van landbouw. De terrasen die de incas overal aanlegden dienden namelijk om gewassen aan te passen zodat ze ook op grote hoogtes geteeld konden worden. Gewassen werden op de laagste terassen geplant en die planten die het er het beste deden werden telkens naar hoger gelegen terrassen verplaatst. Door selectie en na verloop van tijd konden de incas zo op grote hoogtes gewassen telen die andere beschavingen enkel op zeeniveau konden verbouwen. Slimme gasten die Incas. Ook de manier waarop ze hun gemeenschap hadden geordend was in se veel humaner dan de samenlevingen die wij in Europa kenden rond die tijd (14de, 15de eeuw) Honger bestond bij de Incas niet, maar daartegenover stond wel dat elk individu zijn steentje moest bijdragen. Van slavernij was echter op geen enkel moment sprake. En natuurlijk was ook hier een aristocratie die profiteerde, maar dat waren dan de soldaten die hun leven waagden of de ingenieurs en andere experts die hun kennis ten dienst stelden. Het zal geen ideale samenleving geweest zijn, maar toch ook zeker niet de barbaarse samenleving met talloze mensenoffers zoals ze vaak door de Spanjaarden werd voorgesteld. Elke dag leerden we de Inca cultuur iets beter kennen en kregen we steeds meer bewondering voor dit ingenieus volk. De derde overnachting ging gepaard met een kleine zondvloed waartegen ook onze tenten niet bestand waren. Van slapen was niet veel in huis gekomen want er stond water in de tent en ik wilde niet dat mijn kleren of slaapzak nat zouden worden. Het was een lange nacht dus, die derde, en 's ochtends regende het nog steeds zodat het een kleine chaos was om in het donker (we moesten om 05.00 uur vertrekken om op tijd bij de zonnepoort aan te komen voor de zonsopgang over Macchu Picchu) onze spullen te pakken en ons klaar te maken voor de laatste kilometers. Leuk was deze wandeling niet. Nat, donker, gevaarlijk glad en op sommige plaatsen was het pad eerder een beek geworden. Maar de climax an de zonnepoort zou alles goedmaken ... dachten we. Toen we bij de zonnepoort aankwamen, nat van de regen en van het zweet, bleek de bewolking de climax waar we 4 dagen naartoe hadden geleefd te bederven. Niks te zien van Macchu Picchu, laat stan van een opkomende zon. Teleurgesteld trokken we dan maar naar beneden om de ruines van dichtbij te bekijken. Onze gids zou ons nog een rondleiding geven van 2 uur en daarna hadden we nog een paar uur vrije tijd. Natacha en ik hadden ons voorgenomen om de Huayna Picchu te beklimmen. De berg die je op de fotos van Macchu Picchu steevast terugziet. Deze top bleek een astronomisch waarnemingscentrum te zijn geweest in de Incahoogdagen. Zelfs hier, op deze onmogelijke plaats hebben die gasten terassen gebouwd en een huis dat permanent bewoond was. Hoe ze dat allemaal gedaan hebben, we weten het echt niet. We hebben op deze 4 dagen eigenlijk geen enkel bouwwerk gezien dat op een normale plaats stond. Altijd op bergtoppen of rotsen, tegen afgronden enzovoort. Precies alsof de Incas op zoek gingen naar onmogelijke plaatsen en dan zeiden: Ja, dat is wel een uitdaging om daar een kasteel of tempel neer te planten. Huayna Picchu dus .... Een zeer zware en best gevaarlijke beklimming op een zeer smal en steil paadje, zeker na 4 dagen trekken. De goesting was er door de teleurstelling en de regen ondertussen echter uit. Bovendien was de rondleiding door onze gids er ook teveel aan. Het duurde allemaal te lang. Iedereen had zin om te gaan zitten en te rusten maar door de natte stenen ging dat niet zomaar overal. Toen de rondleiding uiteindelijk gedaan was, was het 11.00 uur. Om 15.30 vertrok de trein terug naar Cuzco al en we hadden nog minstens een uur nodig om bij het station in Aguas Calientes te geraken. We moesten ook nog iets zien te eten en de berg beklimmen leek me echt geen goed idee meer. Ook al had ik 7 jaar lang spijt gehad omdat ik het die eerste keer niet gewaagd had. Gelukkig bleef Natacha zeggen dat we het echt wel moesten doen. De groep van 9 haakte in zijn geheel af. Kapot door het snelwandelen natuurlijk. Als je je krachten niet doseert ... Lloyd zag het ook niet echt meer zitten, dus was het aan ons Europeanen om de eer hoog te houden en die laatste berg ook te bedwingen. Tegen een uur of 12.00 waren we bij de controle gepasseerd (elke klimmer moet zich uit veiligheidsoverwegingen registreren) en gingen we op pad. De regen was ondertussen gestopt, de zon kwam erdoor en mijn humeur beterde met elke seconde. De wandeling/beklimming bleek inderdaad geen gemakkelijke te zijn. Op veel plaatsen moest je op handen en voeten naar boven klauteren en het stijgingspercentage was gewoon buiten categorie, om niet te zeggen gewoon recht naar boven. En naast je ... een immense afgrond. En alles kletsnat natuurlijk. Na een uur waren we echter al op de top en het zicht daar en het gevoel dat we hadden was meer dan genoeg compensatie voor de teleurstelling aan de zonnepoort. Ik raad iedereen die het Incapad doet aan om die berg te beklimmen op dag 4. Hoe moe je ook bent, hoeveel pijn je ook hebt, ... wat een climax! Er is amper plaats op die top voor 10 personen en langs alle kanten is het echt 100den meters recht naar beneden. Adembenemend. Dit was de beste moment en het leukste avontuur van de 4 dagen. Arthur en Oskir en wijzelf hadden ook echt een gevoel van iets bereikt te hebben samen. We namen nog snel wat foto's, genoten nog even van het uitzicht en de massa vlinders die daar bleek samen te troepen en begonnen aan de afdaling. Op een half uur waren we al terug beneden. We zijn dan nog snel terug naar de plaats gewandeld waar je de typische postkaartfoto van Macchu Pichu kunt nemen, want dat was 's ochtends door de regen en de mist een fiasco geworden en we waren nog ruim op tijd in Aguas Calientes voor een maaltijd en een beetje glunderen richting de Australisch-Engelse delegatie die zich al een uur of twee aan het vervelen was geweest. .. Zeer moe maar ook zeer tevreden zijn we die avond nog met ons vijven in Cuzco gaan uit eten en daarna, een ervaring en een paar vrienden rijker in slaap gevallen in ons hostal. Aangezien onze vlucht naar Lima pas de 18de vertrok, hadden we nog een paar dagen om de Stad Cuzco zelf te verkennen. Even hebben we getwijfeld om ook nog wat rond Cuzco te gaan verkennen, maar e-mail en skype drang en de goesting om lang in ons bed te blijven liggen waren sterker dan de nieuwsgierigheid naar nog meer ruines. Wat we wel nog hebben gedaan is een kleine stadstour. Eerst zijn we de kathedraal gaan bekijken. Elke kerk in Cuzco is gebouwd bovenop de plaats waar de Incas een belangrijke tempel hadden. Cuzco was de hoofdstad van het Incarijk en er waren dan ook veel tempels, en bijgevolg nu ook veel kerken. Op deze manier hebben de Spaanse conquistadores op een zeer efficiente manier de herinnering aan de Incagodsdienst verdrongen en vervangen door het Katholicisme. 90 procent van de inwoners van Cuzco is nu ook Katholiek en slechts een paar procent gelooft nog in de Incagoden en tradities. Voornamelijk die mensen dieop de meest afgelegen plaatsen wonen en zoals op zoveel plaatsen als tweederangsburgers worden beschouwd. Wat Peru betreft zou dit onze enige stopplaats worden. De 18de vertrekt onze vlucht naar Lima en daar vliegen we ineens weer door naar Quito. In Ecuador zullen we An en Ivo gaan opzoeken die in Baños zitten op een tweetal uurtjes van Quito. Het zal deugd doen om nog eens bekende gezichten te zien. En alweer een nieuw land te leren kennen. |
01-01-2007 |
BESTE WENSEN!! |
!!GELUKKIG NIEUWJAAR AAN IEDEREEN!! |
27-12-2006 |
COPACABANA - FOREL EN VEEL RUST |
Als je zoals ons een jaar vakantie neemt om te reizen, dan kan het vreemd overkomen als je zegt tijdens die vakantie aan rust toe te zijn. En toch ... De hoogte, de jungle, de woestijn. Elke dag een ander bed, op onmogelijke uren opstaan om de volgende bus te nemen ... Zelden een degelijke douche en vaak vuile toiletten. Na een tijdje kruipt het toch in je kleren. Met de eindejaarsfeesten voor de deur wilden we dan ook even een vaste stek EN de nodige luxe om even op adem te komen. Beiden vonden we in Copacabana in hotel "La Cupula", gelegen op een heuvel die over het Titicacameer uitkijkt en uitgerust met het nodige comfort EN - belangrijk in Bolivia - kraaknet. Dit zou gedurende minstens een week onze nieuwe thuis worden. Copacabana is een vakantieoord voor de Bolivianen, vooral voor de inwoners van La Paz (slechts 3 uur hier vandaan), een beetje zoals Blankenberge dat is voor vele Belgen, inclusief waterfietsen, kajaks en een immense selectie restaurants en hostallekes. Hier ontsnappen ze even aan de drukte en de smog van de stad, komen ze lekker en goedkoop eten (vooral zeer lekkere en verse forel uit het Titicacameer) en genieten ze van het strand en het meer. Ook de traditie van het zegenen van minituurhuisjes, miniatuurautos, miniatuurgeld etc ... in de hoop deze zaken tijdens het komnde jaar te verkrijgen lokt veel mensen naar deze stad. We hebben in de kraampjes voor de kathedraal waar deze zegening plaats vindt - een kathedraal met Moorse (??) invloeden - zelfs mini reiskoffers gevonden. Maar ook gewone auto's en andere bezittingen worden er dagelijks en masse en met veel voetzoekergeknal gezegend. Je zag hier ook duidelijk hoe Inca tradities en rituelen uit de christelijke traditie met elkaar vermengd raken. Van de drank die tijdens zo een zegening wordt gekraakt worden steevast een paar slokken op de grond gekieperd, of beter gezegd, aan Pacha Mama of Moeder Aarde geofferd. Dat Inca tradities hier nog alom aanwezig zijn is ook niet vreemd aangezien slechts enkele kilometers verder in het meer een eiland ligt - Isla del Sol - dat volgens de Incamythologie de geboorteplaats is van de zon en waar zich de ontstaanslegende van de Incas heeft afgespeeld. Na 5 dagen luieren in Copacabana, genietend van de forel, een lekkere pint en de reggae deuntjes van Bob Marley die hier heel populair bleek te zijn (rastafaris en andere alternatieve figuren zagen in Copacabana blijkbaar een soort van Zuidamerikaans Woodstock), vonden we het dan ook stilaan tijd worden om nog eens een actief moment in te bouwen en 2 dagen te gaan rondwandelen op dit mythische eiland. Het hostal dat door de Lonely Planet werd aangeraden (Casa de Don Ricardo in het dorpje Yumani waar we met de boot waren aangekomen) vonden wij niet echt een aanrader en na 1 overnachting hielden we het daar dan ook voor bekeken. Het plan was om de dag na onze aankomst van Zuid naar Noord te wandelen via de bergroute. Nu ja, bergen, ... op 4000 meter hoogte steken er op het eiland eigenlijk enkel nog heuvels uit boven het meer. We zouden overnachten in een ander hostalletje aan de Noordkant en de dag nadien dan via de route langs de kust weer terugwandelen en weer op de boot stappen richting Copacabana. Zo gezegd zo gedaan. De wandeling op zich was niet echt moeilijk, maar elk stukje bergop werd door de grote hoogte extra zwaar. Na een uur of drie kwamen we echter al aan de eerste incaruines die we wilden bezoeken: het Chincanacomplex. Een echt labyrinth van gangen en muren waar nu de schapen vrij spel hebben. Vlakbij bevindt zich ook de heilige rots die in de ontstaanslegende van de Incas een belangrijke rol speelt. Goden zouden zich hier aan de eerste Incakoning en koningin hebben vertoond en de opdracht gegeven hebben om een rijk uit te bouwen. Allemaal zeer mooi maar we hoopten toch op beter voor Peru en het Macchu Picchu complex. Een half uurtje van deze ruines verwijderd ligt de belangrijkste nederzetting van het Noordelijke deel van het eiland: Challapampa. Hier zouden we de tweede nacht doorbrengen. Buiten een klein museum met stukken van een recente opgraving in het Titicacameer was er hier niets te zien. Bovendien was heel het dorp verzameld buiten het dorp aan de Heilige Rots waar een nieuw museum zou gebouwd worden. De voorbereiding bestond uit het verzamelen van de nodige stenen. Alles - of toch veel - wordt hier nog gebouwd met natuurstenen die zorgvuldig in elkaar gepast worden. Minder secuur zoals de Incas het deden maar zeer vergelijkbaar. Mannen en vrouwen wisselden elkaar af en kwamen telkens met een steen terug die ze op een steeds groter wordende hoop smeten. Grappig om zien deze manier van werken. We hebben dus maar snel een kamer gezocht, een vroeg avondmaal en zijn daarna ineens gaan slapen om er de dag nadien weer vroeg aan te kunnen beginnen. We hadden een boot halen ... Terug in Yumani aangekomen vonden we een schipper die ons verzekerde dat zijn boot de snelste was, eerst zou vertrekken en eerst terug in Copa zou aankomen en ook nog eens minder "overbevolkt" zou zijn. Vandaar ook de extra 5 Bolivianos die hij aanrekende in vergelijking met de andere boten. Niets van dit alles bleek uiteindeljk waar. Een zestal andere boten vertok voor ons, de rest haalde ons onderweg in en minder overbevolkt bleek gewoon minder volk te zijn omdat zijn boot maar 15 mensen aankon in vergelijking met de 50 passagiers op de andere. De leugens die we steeds vaker op onze weg beginnen tegen te komen begonen ons en de andere passagiers serieus tegen te steken en we hebben de kapitein dan ook even stevig het vuur aan de schenen gelegd. Van glimlachen was in elk geval geen sprake meer toen we hem beteuterd in zijn bootje achterlieten. Soit, een half uur later waren wij in elk geval al terug aan het genieten van ons kamertje in La Cupula. Klaar voor alweer een volgend land, een volgende bestemming, een volgend avontuur. Cuzco in Peru bijvoorbeeld. |
Salar de Uyuni- Moet er nog zout zijn? |
Na een dag rust in La Paz vertrokken we naar Tupiza voor onze volgende onderneming: een vierdaagse tocht door de altiplano richting Uyuni. Na een paar dagen in het vochtige, tropische regenwoud van Chalalan te hebben vertoefd, hebben we vier dagen lang door het droge, stoffige, rotisige en weinig begroeide Salar-gebied getrokken. Van een contrast gesproken!! Dat de busrit naar Tupiza -18u op voornamelijk onverharde wegen- geen pretje ging zijn, wisten we op voorhand: smalle grindwegen, vaak langs diepe ravijnen; enorme stofwolken van het verkeer dat ons kruiste; een wrak van een bus in een ravijn, teken dat niet elke chauffeur zijn eindbestemming haalt. Het was best spannend. In Tupiza zouden mensen van ons hotel ons aan de busterminal komen oppikken, maar dat bleek een loze belofte. Iets wat we nog meer zouden tegenkomen de komende dagen in Bolivia. Gelukkig was het hotel maar een blok of 5 verwijderd van de Terminal. s Anderendaags om 9.00u stond onze groep klaar om te vertrekken voor een vierdaagse trip naar Uyuni over de bergen, langs meren en vulkanen.Onze groep bestond uit een Tsjechisch koppel: Hanouch en Martina, wijzelf en een gepensioneerde maar zeer actieve rechter uit Colorado USA, Nick. De eerste dag diende voornamelijk om tot de niet geringe hoogte van zon 4500m te klimmen. Een kleine omweg bracht ons ook nog langs het weinig prestigieuze graf van Butch Cassidy and the Sundance Kid, twee bekende Wild West figuren die hier in het mijndorpje San Vicente een roemloze dood stierven na te zijn ontdekt door het Boliviaanse leger. s Avonds stond ons een lekkere verrassing te wachten in de vorm van een heerlijk avondmaal (waarvoor dank aan onze jonge kokkin, Nilda). De veruit prachtigste regenboog die we ooit gezien hebben, bracht de voor de rest saaiste dag van de vier tot een alsnog interessant einde. De volgende ochtend waren we al om 7.00u onderweg voor een zeer lange rit tot aan de warmwaterbronnen van Aguas Calientes (een warm badje was mooi meegenomen met al dat stof). Daarna hielden we halt bij Laguna verde, een meer aan de voet van een vulkaan, maar lang niet zo groen als de T-shirt van onze gids Pedro. Dit in tegenstelling tot wat deze de dag voordien had beweerd. De Desierto de Dali, oftewel de woestijn van Dali, met grimmige rotsformaties net zoals sommige schilderijen van de zogenaamde kunstenaar, vormden samen met de Arbol de Piedra de afsluiter van dag twee. Het eerste hoogtepunt volgde toen we op de derde dag aankwamen bij laguna Colorada: een roodgekleurd meer, ook weer aan de voet van een vulkaan en nest-voedingsplaats voor duizenden flamingos. De organismen in het water die voor de rode kleur zorgen zijn tegelijk ook de reden waarom de flamingos roze zijn. De rest van dag 3 bracht ons nog langs een reeks kleine meren en geisers waar we konden zien en ruiken dat het hele gebied inderdaad het gevolg is van vulkanische activiteit: kokende modder en immense rookgaten waren bovengrondse tekenen van de ondergrondse krachten hier aan het werk. |
20-12-2006 |
Chalalan -Jane and Tarzan |
Van een bezoek aan het Amazonewoud was er in Brazilie niets gekomen, maar omdat de Pantanal zo´n goede ervaring was en Bolivia ook zo´n 20% van het regenwoud bezit, besloten we hier onze kans te wagen. In de Lonely Planet lazen we over 1 van de meest succesvolle ecologische en gemeenschapsprojecten: Chalalan Ecolodge. De foto´s op hun website zagen er ook goed uit en de achtergrondinformatie overtuigde ons helemaal. URL: http://www.chalalan.com Met een zeer klein vliegtuigje van de Boliviaanse militaire luchtvaartmaatschappij vlogen we naar de dichtstbijgelegen stad: Rurrenabaque. 12000 inwoners en een groot grasveld als landingsbaan. We haalden opgelucht adem toen we terug veilig voet aan de grond zetten. Ook de kennismaking met Sandro, onze gids, leek een goed voorteken. Een groot verschil met Ok. Terug naar ons verhaal. Waar waren we gebleven? Oh ja, net aangekomen in Chalalan. Dat was rond de middag. In de namiddag stond er een kanotocht rond het meer op het programma: Veel vogels, onder andere de blauw-gele Macau (grote papegaai), Stinky (een kleurrijke vogel die bijna niet kan vliegen) en twee soorten apen gezien: De common squirrel monkey (de Nederlandse vertaling ontgaat ons even) en Kapucijnen aapjes. Van de aapjes hebben we immens veel foto- en filmmateriaal, want ze zagen er ongelooflijk schattig uit. In grote groepen en veel kabaal makend trokken ze hoog in de bomen door het bos op zoek naar insekten en fruit. Zelfs vanop het open water was de indruk die het Amazonewoud op ons maakte overweldigend. ´s Avonds zou Sandro ons vergezellen op een nachtwandeling met zaklantaarn om te zien wat voor (on)gedierte er ´s nachts de lakens uitdeelt. Een tarantula, zo groot als de hand van een volwassen persoon werd vakkundig door Sandro uit zijn hol gelokt en verder ontsnapten een twee meter lange kaaiman, nog een andere soort tarantula en een 5-tal verschillende boomkikkers niet aan het alziende oog van onze wondergids. Dat we een echt buitengewoon goede gids hadden getroffen werd ook duidelijk toen Sandro ons vertelde dat professoren, ornithologen en allerlei wereldbekende experts speciaal naar hem vragen om op zoek te gaan naar de dieren en planten uit hun vakgebied. Niet te verwonderen als je weet dat Sandro meer dan 800 verschillende vogels aan hun roep alleen kan herkennen en daarmee als beste vogelgids van Bolivia te boek staat. In oktober 2004 is er zelfs een artikel verschenen in het National Geographic Magazine waarin de biodiversiteit van de jungle rond Chalalan en de vakkundigheid van Sandro als gids de hemel in wordt geprezen. Als je het artikel kan vinden, zeker de moeite waard om te lezen. Tijdens onze tweede en helaas al laatste dag hebben we zo´n 5 uur rondgehost in de jungle. Nog meer apen, nog meer vogels, insekten, spinnen (een meterslang, dik spinnenweb met duizenden kleine spinnetjes; net een witte wolk tussen de bomen), prachtige vlinders, veel informatie over de planten en hoe ze door de indianen worden gebruikt. We zagen ook een nog geen twee uur oud spoor van een jaguar! Maar de jaguar zelf spijtig genoeg niet. Ook de verhalen die Sandro vertelde over zijn stam, jachtavonturen etc. ... alles droeg bij tot een schitterende ervaring. Nog een paar kersen op de taart: zo´n Met spijt in het hart verlieten we dit kleine paradijs in de jungle. Wat een avontuur, wat een gebied, wat een gids! |
17-12-2006 |
La Paz - Stad in de wolken |
Omdat we voor 4 uur slaap geen hotel wilden nemen in Santiago, zat er niet veel anders op dan onze vlucht naar Rond 7.00u hingen we in de lucht en rond 10.00u waren we al geland in Wat voor een stad is Bekeken vanuit de hoogte (als je van de luchthven komt) ziet het er allemaal adembenemend uit. Een immense vallei, en daarin de stad die tegen de bergwanden omhoog kruipt. Eens in het centrum is de indruk echter iets anders. De vieze uitlaatgassen van antieke stadsbussen maken je het ademen nog moeilijker dan het al was. Overal zie je bedelaars en schoenenpoetsers of shoe shine boys die hun gezicht met een skimasker bedekken. Naar het schijnt uit schaamte en zodat hun omgeving niet weet wat ze doen om hun studies te bekostigen of familie te helpen. Veel gebouwen geraken ook niet afgewerkt. Mensen wonen in de ruwbouw, daken zijn gemaakt van golfplaten die met grote stenen erop op hun plaats worden gehouden. Enkel het centrum van de stad heeft ook een paar grote wolkenkrabbers en andere gebouwen die wel zijn afgewerkt; en shoppingcentra natuurlijk, waar we de rijke Bolivianen (een zeer kleine minderheid) naar hartelust eindejaarsinkopen zagen doen. Dit in scherp contrast met de zeer kleurrijke en voornamelijk inheemse, straatarme meerderheid die langs de straten in kleine kraampjes zn boterham probeert te verdienen met het verkopen van alles wat je je ook maar kan voorstellen. Een supermarkt is in |
15-12-2006 |
Bariloche- So long Argentina and thanks for all the meat! |
Rusten in Bariloche was een goed idee. De meeste reizigers zullen wel naar hier komen om te wandelen in de Bergen, om te cruisen langs of te kayakken in de meren, of een of andere adrenaline-bevorderende sport te beoefenen, maar wij hebben vooral gerust, gegeten en af en toe gedronken. En ook daar leent Bariloche zich uitstekend toe. Ook snoepers komen hier aan hun trekken, of in ons geval aan onze dagelijkse dosis taart en chocolade. Winkels ter grootte van een gemiddelde GB supermarkt die niets anders verkopen dan pralines, taart, repen en in chocolade ondergedompelde druiven, rozijnenen en andere lekkernijen waren zeer moeilijk te mijden. We hebben waarschijnlijk meer taart gegeten dan in de afgelopen 3 jaar samen. Maar naast culinaire hoogstandjes hebben we toch ook nog een graantje meegepikt van wat de streek te bieden heeft op natuurlijk vlak.Qua landschappen tot nu toe zeker een van de mooiste gebieden. Zeer groen met zoveel meren in de buurt, heel veel kleur in de vorm van inmense bloemenweiden en prachtig bloeiende struiken, en dit alles met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond weerspiegeld in het water van de meren. Na een paar dagen op deze zeer aangename manier te hebben doorgebracht, begonnen we aan onze toch weer vrij lange trip richting Santiago de Chile. Vandaar uit vliegen we namelijk naar En zo verlaten we Argentinie, op naar andere bestemmingen. Enkele nabeschouwingen bij Argentinie: - Overweldigend mooie natuur, geen enkel soort landschap ontbreekt, van gletsjers over semi-woestijn tot bijna Zwitsersche bergen. En er zijn ook nog veel prachtige condors. - De Argentijnen zijn zeer behulpzaam en warm van karakter. - Culinaire hoogtepunten zijn de heerlijke biefstukken en het perfect gebraden lam. - Alles wordt overgoten met dulce de leche (caramelachtige choco) en wat niet op de gril kan gebraden worden, wordt gepaneerd. - Iedereen drinkt overal en eender wanneer mate (soort thee, nationale verslaving). - In het Noorden leg je makkelijk contact met de Argentijnen, in het Zuiden vooral met toeristen. - We hebben geleerd te checken, dubbel checken en trippel checken. - Op de bus tonen ze voornamelijk slechte films en de airco moet op, ook al vriest het buiten. - De Argentijnen zeggen chamar in plaats van llamar. |
14-12-2006 |
Mersie Wouter! De eerste foto´s staan online! |
We zien hier in´t internetcafe net tot onze grote vreugde dat de foto´s van de Pantanal, Bonito enFoz de Iguaçuin Heymansland zijn aangekomen. Bekijk ze op: http://www.heymansland.be/extra.html Filmpjes zijn beschikbaar op YouTube: Wouter, ne mega dikke geweldige mersie en knuffel van ons allebei. Ge zijt ne schat! |
13-12-2006 |
Hiken in het Andesgebergte op z´n best. Of toch niet helemaal? |
Mettwee fikse en zeer aangename wandelingen nog vers in ons geheugen maakten we ons op voor het serieuzere wandelwerk: 5 dagen hiken en kamperen in het Chileense Nationaal Park Torres del Paine. Deze trektocht zou ongeveer samenvallen met Franks verjaardag en aangezien Torres del Paine al sinds zijn Chileense avonturen met Johan op zn verlanglijstje stond, beloofde dit een geweldig verjaardagscadeau te worden. Als een kleine side-note wil ik Frank hier even zeggen dat mijne lieve schat geen moeite heeft gespaard om van die dag iets speciaals te maken: in samenzwering met de hostal eigenares een speciaal ontbijt voorzien, trakteren op een goei restaurant... Een bezoek aan de toeristische dienst van Torres del Paine leerde ons dat de refugios in het park al helemaal volgeboekt waren en er voor ons dus niets anders meer opzat dan tentje en kampeermateriaal te huren en die extra kilos ook maar mee te sleuren (wel stukken goedkoper natuurlijk want de prijzen van de refugios en producten in de winkels van het park rijzen de pan uit). Het parcours dat we zouden afleggen staat bekend als de W, een ingekorte versie van het volledige circuit dat 8 in plaats van onze 5 dagen in beslag neemt. Al tijdens de rit naar het park werden we overdonderd door het natuurschoon; we zagen zelfs al onze eerste condors. Frank wilde het eerst niet geloven totdat Natacha het bewijs voorlegde door een foto van een condor te laten zien in een souvenirshop aan de ingang van het park. Maar de echte overweldiging volgde pas toen we lago (meer) Pehoe overstaken met de catamaran om tot bij ons vertrekpunt te geraken: de bekende granieten torens scherp afgetekend tegen een kristalheldere blauwe lucht en het blauw/groene water van het lago Pehoe op de voorgrond... Dat behoeft verder geen commentaar. We kwamen om 19.00 u aan op onze eerste kampeerplaats en nog geen half uur later stond ons huisje-voor-1-nacht al recht. De volgende ochtend waren we al heel vroeg op pad om het eerste traject af te leggen want van slapen was toch niet veel in huis gekomen. Patagonie zou Patagonie niet zijn moest er niet bijna continu een stormachtige wind doorheen waaien en vooral Frank met zn gekneusde rib vond het matteke en de ondergrond niet echt zacht genoeg om lekker in te dutten. Ondanks de slapeloze nacht waren we 3,5u na ons vertrek (11.30u) al bij ons eerste doel aangekomen: Glacier Grey. Op de terugweg naar onze kampeerplaats zagen we pas hoe erg de natuur was aangetast door de brand die enkele jaren geleden door een onvoorzichtige toerist was gesticht. Hectaren waardevolle bosgrond waren in vlammen opgegaan door een onzorgvuldig geblust en bovendien verboden kampvuur. Met al een goede 20 km bergop en bergaf in onze benen, moesten we nog beginnen aan de zwaarste tocht van de dag. Weliswaar enkel 7,5 km maar ondertussen in regen en wind en met allebei een tiental kilo zware rugzak op de rug. Wat waren we blij toen we in campamiento Italiano aankwamen. Onze tweede overnachting was voor Natacha al een stuk beter maar Franks prikkelhoest van de eerste dag had zich ondertussen ontwikkeld tot een degelijke keelpijn met serieuze snotvalling als gratis optie. Na lang beraad en om erger te vermijden hebben we dan maar met heel veel pijn in het hart (en Frank in de keel) de terugtocht aangevat met de belofte ooit terug te komen om het volledige circuit te doen. Misschien was dit wel voorbestemd want tijdens de terugtocht met de bus werd één van Natachas dromen werkelijkheid: een condor zien van zeer dichtbij. Zelfs de busschauffeur zei dat een condor zelden zoals het een topmodel betaamt voor de lens poseert. Na een dagje rust, goed slapen en gezond eten waren we klaar voor onze volgende halte: Calafate. Tot groot jolijt van ons beiden zagen we onderweg naar glacier Perito Moreno een dood konijn op de weg liggen ... omringd door een schare immense roofvogels, waaronder twee indrukwekkende arenden, een aantal chimagos en caranchas. Ook de condors waren van de partij en cirkelden met zn twintigen boven onze hoofden. Een andere reden voor de talrijke aanwezigheid van de grootste vogel was de timing. De 10.000-den schapen in de omgeving brengen in deze periode nl hun jongen ter wereld en de placentas die op het veld achterblijven, zijn een lekkernij voor condors. De gids stond er zelf ook versteld van want zoveel roofvogels tijdens een trip had ze nog nooit gezien. Maar ons hoofddoel was dus de glacier. Enkele feiten op een rij: het ijsmassief waarvan Perito Moreno en glacier Grey deel uitmaken, is na Antarctica en Groenland het derde grootste ter wereld. Perito Moreno steekt zon 60 m boven het water uit, maar onder het water zit nog zon 120m verborgen (ter vergelijking: de grootste glacier in Argentinie, Viedma, gaat nog 700m door onder water) Het speciale aan Perito Moreno in vgl met andere glaciers is het feit dat deze stabiel is, de enige ter wereld die niet in grootte afneemt. s Anderendaags vertrokken we naar Chalten, een piepklein dorpje in the middle of nowhere, omringd door het Andesgebergte en met als voornaamste trekpleister de cerro (piek) Fitz Roy. We hebben hier een zeer mooie wandeling gemaakt waarbij Natacha heeft mogen genieten van een gratis vliegles, letterlijk dan. We hielden het niet voor mogelijk, maar er stond hier zowaar een nog sterkere wind dan in torres del Paine en toen die Natacha van de grond optilde en slechts na ingrijpen van Frank een metertje of twee verder neerzette, wisten we dat de bergtop die we wilden bereiken net iets te hoog gegrepen was. Ook de trektocht die we voor de volgende 2 dagen geboekt hadden, leek ons steeds minder een goed idee. Toen we ook nog eens vernamen van andere reizigers dat hun trektocht was afgelast omwille van het gevaar, vonden wij het hoog tijd om onze touroperator te contacteren en onze reservatie te annuleren. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan ... Gelukkig heeft Natacha enige ervaring met zware onderhandelingen en hevige discussies want zonder stevig aandringen harentwege hadden we nooit ook maar 1 peso van ons geld terug gezien. Ook nu moesten we ons nog tevreden stellen met maar de helft van het geinvesteerde bedrag. We lieten het echter niet aan ons hart komen, zijn eens goed gaan eten en besloten om de volgende dagen zeker geen tours meer te doen, het reistempo te verlagen en van een paar dagen compleet niets doen te genieten in Bariloche. En nu zijn we weer helemaal bijgeschreven want Bariloche is waar we dit verlag zitten te schrijven, vergezeld van onze tweede literfles Stella Artois (8,5 peso oftewel zo´n 2 euro de fles) Schol! En tot de volgende! Frank en Natacha |
01-12-2006 |
Ushuaia - el fin del mundo |
Imagine a place: snow-capped mountains behind you, the Beagle Channel in front of you and as close to Antarctica as you can get on a backpackers budget. This is where we ended up after a 36 hour busride through the most desolate and boring landscape you cn think of. A short taxi ride from the bus station was our hostel Torre al Sur, the nicest, cleanest and most adorable place we have stayed at so far. And very cheap compared to any of theothers! Day one we used to explore our options for the coming days and to check out the atmosphere in town. We decided to skip the rather expensive boat trips to penguin and sealion colonies and limit ourselves to the nearby national park and the Martial glacier, both promising to provide a nice full-day trek. That same evening we got to know some other travellers in the hostel, went out for a few drinks and woke up later than we actually planned the next morning, or rather, noon. By 13.00 pm we arrived at the park and headed out to the beaver colony at the outer edge of the park from where we would hike all the way back to the entrance. The trails were well-marked and there was too much to see along the wayto list it all. Kingfishers, a zillion species of ducks and geese, old abandoned beaver colonies, an incredibly beautiful coastline and thick natural forests. Ah, and the best pie wehad so far! In the evening we ran into Dave and Jenny again. The Irish/Englishcouple we met in Puerto Madryn was apparently already staying in the same hostel since the previous day, but we somehow had managed to avoid each other. Over a bottle of wine we decided to hike up to theMartial glacier the next day. The way up was pretty steep, muddy but a beautiful alternative to the paved roads. After a hot coffee and a couple of hostel-made sandwiches, we hiked the last 100 meters up to the glacier. When we arrived at the first fields of snow, Dave had the brilliant idea to let out the inner child in us and use our coats to sleigh dow the hills. Big fun, hilarious and a perfect passtime for an hour or two until it was time to head back down. The morning we had to take the bus to Puerto Natales (leaving at 5.30 am), it was really hard to get up, but there were at least 8 other people of the hostel who had to get up as well, so we all gave each other moral support. All of us walking to the bus station while the sun was coming up over idyllic Ushuaia was a fitting end to our adventures at the end of the world. |
Archief | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen. |
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek |
Blog als favoriet ! |
Klik hier om dit blog bij uw favorieten te plaatsen! |